Onrustig drinken aan de borst

2kl-zakenvrouw.jpgJe hoopt dat je kind bij elke voeding rustig en goed bij je drinkt, en daarna tevreden loslaat. Maar soms drinkt een kind onrustig aan de borst. Je kind hapt steeds aan, maar laat daarna snel los, en maakt tijdens of na de voeding een ontevreden of onrustige indruk. In dit artikel bespreken we wat er aan de hand kan zijn. Ook geven we je tips hoe je de situatie mogelijk kunt verbeteren.
De informatie in dit artikel is gericht op moeders van kinderen ouder dan ongeveer twee weken, bij wie de borstvoeding al wel minstens een paar dagen goed is verlopen. Er kunnen verschillende oorzaken zijn waardoor een kind onrustig aan de borst drinkt. Lees het hele artikel eens door en gebruik de links om verder te klikken voor meer informatie over bepaalde situaties.

Onrust op een bepaald tijdstip

11kl-grootgezin.jpgSommige moeders merken dat hun kinderen op een bepaald tijdstip van de dag of nacht steeds onrustig aan de borst drinken. Vaak is dit aan de eind van de middag of ‘s avonds, en begint het een paar weken na de geboorte. Dit patroon van onrustig drinken kan een uiting zijn van clusteren. Dan wil een kind veel korte voedingen dicht op elkaar, of zelfs bijna continu aan de borst. Clusteren hoort bij veel kinderen bij de normale ontwikkeling, maar het is voor ouders vaak onbekend en onverwacht. Veel vrouwen denken dat ze te weinig melk hebben, en kiezen ervoor om een fles kunstmatige zuigelingenvoeding te geven. Dit kan de melkproductie nadelig beïnvloeden en lost het clusteren over het algemeen niet op.

Onrustige of onbekende omgeving of mensen

Soms gaat een kind onrustig drinken of zelfs de borst weigeren als het zich in een onrustige of onbekende omgeving bevindt, of als er veel of onbekende mensen zijn. Probeer dan om een zo rustig mogelijke plek op te zoeken, om je kind de kans te geven om in zijn eigen tempo weer goed aan de borst te gaan drinken. Als het niet mogelijk is om naar huis te gaan, kun je een lege kamer opzoeken, of proberen om in een stilstaande auto, of juist buiten te voeden. Soms kan het nuttig zijn om vóór het aanleggen samen met je kind een wandeling te maken, of onder de douche of in bad te gaan. Sommige kinderen vinden het prettig om in deze situatie, in bad, onder de douche, tijdens het lopen of in een draagdoek aan de borst te drinken. Het geeft je kind ook rust als alleen jij zelf of je partner hem vasthouden. Steeds weer andere mensen en alsmaar van schoot naar schoot laten gaan geeft onnodige onrust. Als je je kind in een draagdoek hebt, voorkom je gemakkelijker dat iedereen je kind even wil vasthouden of aanraken.

Een bepaalde leeftijd of een periode van snelle ontwikkeling

12kl-bv.com.jpgRondom bepaalde leeftijdsfases en in periodes van snelle ontwikkeling gaan kinderen soms onrustig, ‘slordig’, of kort aan de borst drinken. Ze zijn dan snel afgeleid of lijken de borst gewoon niet meer interessant te vinden. Dit gedrag kan op elke leeftijd voorkomen, maar is vaak rond vier en rond negen maanden duidelijk te merken. Vaak drinken kinderen dan ‘s nachts beter aan de borst, als er weinig afleiding is; als ze moe zijn, of als ze geslapen hebben maar nog niet helemaal wakker zijn. Sommige kinderen drinken overdag langer aan een stuk door als ze in een rustige, donkere omgeving de borst krijgen. Anderen nemen liever veel nachtvoedingen of gaan weer -of intensiever- clusteren.

Deze periodes van snelle ontwikkeling gaan na een aantal weken voorbij, en meestal gaan kinderen dan weer rustiger aan de borst drinken. Het is echter goed mogelijk dat je kind hierna een andere ritme heeft gekregen en korter, langer, minder vaak of juist vaker per etmaal aan de borst wil drinken. Probeer in de tussentijd rondom de voedingen de rust te bewaren, hoewel deze periodes veel geduld van moeders kunnen vragen.

Ritme of schema opleggen

Als je een bepaald voedingsschema of -ritme hanteert wat niet past bij de huidige behoeftes van je kind, dan kan je kind onrustig gaan drinken. Dit kan vóórkomen als je een hongerig kind lang op een voeding laat wachten, maar ook als je de borst steeds dwingend aanbiedt voordat je kind wil drinken. Of als je je kind stimuleert om langer te drinken dan het eigenlijk wil.

Geef je je kind een fopspeen of vinger? Duimt je kindje? Wordt je kind ingebakerd of strak ingestopt? Leg je je kind pas aan als het echt huilt? Leg je je kind overdag of ‘s nachts weg in een andere kamer dan waar jij bent? Houd je een voedingsschema of ritme aan? (Denk hierbij ook aan slapen-eten-spelen-slapen!) Dit alles kan het moeilijker maken voor je kind om duidelijke hongersignalen af te geven, of om voldoende vaak en/of lang aan de borst te drinken. Hierdoor kan het voor je kindje moeilijk worden om voldoende melk binnen te krijgen, en jij kunt problemen ondervinden met het op korte of lange termijn op peil houden van je melkproductie.

Als je kind steeds onrustig of met tegenzin aan de borst drinkt, houdt dan je kind in je buurt en observeer goed en wacht de hongersignalen af. Hongersignalen variëren tussen kinderen en kunnen ook anders worden als je kind wat ouder wordt.
Voorbeelden van hongersignalen zijn: wakker worden, onrustig zijn zowel tijdens het wakker zijn als tijdens het slapen, aan kleding, speelgoed of de handen likken of zuigen, en ‘zoeken’ met de mond of hoofd. Zuigbehoefte is een belangrijk hongersignaal, ook als dit door middel van een fopspeen of vinger te stillen is. Huilen is meestal een laat hongersignaal en een teken dat je kind veel eerder aan de borst had willen en moeten drinken.

Zodra je kind hongersignalen laat zien, leg je hem of haar zo snel mogelijk maar rustig aan. Als je je zorgen maakt over je melkproductie of de hoeveelheid melk die je kindje drinkt, dan kan je de urineproductie en ontlasting en groei van je kind in de gaten houden. Als deze allemaal goed zijn krijgt je kind voldoende melk binnen. Dit geldt ook als je kind naar jouw idee kort of juist lang aan de borst drinkt of minder of meer voedingen vraagt dan je had verwacht of dan je verteld is!

Lucht ingeslikt, veel melk of een sterke toeschietreflex

3kl-boerin.jpgSommige kinderen gaan onrustig drinken als ze tijdens het huilen of tijdens de voeding lucht hebben ingeslikt. Dit kan je vaak verhelpen door je kind rechtop tegen je schouder te houden en te laten boeren. Als je kindje heeft geboerd of na een aantal minuten weer rustig is, kun je met de voeding verder gaan.

Sommige kinderen drinken onrustig aan de borst omdat hun moeder veel melk en/of een sterke toeschietreflex heeft. Dit klinkt als een luxeprobleem, maar het kan de borstvoeding voor moeder en kind lastiger maken. Vaak gaat het beter als je de melk van de eerste sterke toeschietreflex laat weglopen, en/of één borst per voeding geeft.

Te weinig melk of een vertraagde toeschietreflex

4kl-tandem.jpgAls je te weinig melk of een vertraagde toeschietreflex hebt, kan je kind ook onrustig aan de borst drinken. Als je kind onrustig aan de borst drinkt, minder plast (en in de eerste weken minder poept), bijna niet tevreden is en/of minder goed gaat groeien, dan kan het zijn dat je melkproductie niet meer voldoende is. Je kunt er samen met je kind voor zorgen dat je melkproductie weer omhoog gaat door je kind vaker aan te leggen. Veel vrouwen hebben, zeker in de eerste weken, wel acht tot twaalf voedingen per etmaal nodig om de melkproductie op peil te krijgen en te houden.

Sommige moeders ervaren dat de melkproductie terugloopt bij terugkeer van de menstruatiecyclus na de bevalling of op bepaalde momenten in de cyclus. Ook dan helpt het vaak al als je je kind voldoende vaak, of nog wat vaker aanlegt. En om per voeding zo veel mogelijk van borst te wisselen. Veel vrouwen moeten er, als de menstruatie eenmaal terug is, er ook op letten dat zij hun kind in de periode tussen de dagen dat zij menstrueren ook voldoende vaak aan de borst laten drinken. Sommige moeders ervaren dat ze moeite hebben om hun melkproductie op peil te houden als ze hormonale anticonceptie gebruiken. Als je denkt dat dit bij jou het geval is, kijk dan eens of een andere methode van anticonceptie beter bij jullie past.

Je melkproductie kan ook bij een nieuwe zwangerschap teruglopen, maar het hoeft niet. Is het wel het geval, dan wordt je melkproductie vaak pas na de bevalling weer optimaal. Als je kind nog afhankelijk is van moedermelk, dan kan bijvoeden met donormoedermelk of kunstmatige zuigelingenvoeding noodzakelijk zijn.

Gewenning aan een zuigfles

8kl-crea-bea.jpgSommige kinderen die af en toe of regelmatig een fles melk krijgen, wennen aan de snelle en gelijkmatige melkstroom hiervan. Ze hebben dan aan de borst minder geduld om de toeschietreflex op te wekken en om door te drinken als die toeschietreflex niet snel genoeg komt. In deze in deze situatie een fles te vermijden en kan voeden met een kopje, is dat soms een oplossing. Als je kind wel uit een zuigfles drinkt, probeer dan je kind ‘therapeutisch met de fles te voeden’.

Probeer je kind zo vaak mogelijk aan te leggen, en geef je kind geen fles als jullie wel bij elkaar zijn. Als je kind aan de borst drinkt kun je borstcompressie en wisselvoeden gebruiken om de melkstroom te stimuleren. Als je niet bij je kind bent, kolf je voldoende vaak, en stel je het kolven niet uit. Overweeg ook of je borstvoeding en je werk of studie op een andere manier kunt combineren, waardoor je kind minder vaak een zuigfles hoeft te krijgen.

Spruw

Een kindje kan ook onrustig aan de borst gaan drinken omdat het last heeft van spruw. Dit is een schimmelinfectie in het mondje en/of op de tepel. Vaak gaat spruw gepaard met pijnlijke of branderige tepels of zelfs met pijnscheuten in je borsten. Als er sprake is van spruw behandel je zowel het mondje van je baby als je tepels. Ook eventuele andere schimmelinfectiebronnen in het gezin goed behandelen.

Pijn

6kl-toerist.jpgPijn kan het voor je kind vervelend maken om aan de borst te drinken. Ook als je baby zich niet lekker voelt, koorts heeft of ander ongemak heeft, kan dat onrust aan de borst veroorzaken. Pijn kan bijvoorbeeld komen als je kind tandjes krijgt, keel- of oorpijn heeft, gevallen is, of na een inenting. Als je denkt dat je kind pijn heeft of ziek is, zoek dan naar de oorzaak hiervan. Als je baby nog erg jong is, je geen duidelijke oorzaak voor de klachten kunt ontdekken, of als de klachten lang aanhouden, bespreek dit dan met je huisarts. Een arts of apotheker kan je adviseren welke pijnstillers je aan je kind kunt geven en hoeveel. Je kunt zelf kijken of je kind bij het drinken aan de borst minder last van pijn heeft als je verschillende voedingshoudingen probeert.

Andere oorzaken

7kl-hippie.jpgEen kindje dat verkouden is, of om een andere reden een verstopte neus heeft, kan het onrustig aan de borst drinken. Je kunt kijken of je het neusje van je baby kunt vrijmaken door een neusspray met zoutoplossing te gebruiken, of wat verse moedermelk erin te spuiten of te druppelen. Soms is een andere borstvoedingshouding ook handig.

Ook een (te) kort of strak tongriempje kan maken dat je kindje onrustig aan de borst drinkt. De lactatiekundige kan je helpen om te beoordelen of het tongriempje van je kind inderdaad te kort is, en of het wenselijk is om dit te laten knippen. Knippen kan snel en gemakkelijk in Nederland of in België.

Onrustig aan de borst drinken kan een teken zijn dat je kind een overgevoeligheid of allergie heeft voor iets wat het zelf binnenkrijgt, of iets dat jijzelf eet of drinkt. Denk hierbij niet alleen aan voeding, maar ook aan eventuele vitamines, kunstmatige zuigelingenvoeding en vaste voeding die je kindje krijgt.

Soms heeft moedermelk een andere smaak. Dit kan komen na een borstontsteking, rondom de eisprong of menstruatie, of bij een nieuwe zwangerschap. Maar mogelijk ook als je bepaalde voedingsmiddelen eet. Ook het gebruik van een sterke of nieuwe parfum of andere geur kan onrust aan de borst veroorzaken. Sommige kinderen vinden het niet erg dat de moedermelk anders ruikt of smaakt, anderen vinden de verandering minder prettig. Ze laten dit merken door minder rustig aan de borst te drinken.

Geduld hebben, rustig aan doen en eventueel hulp zoeken

5kl-tiener.jpgAls je kind onrustig aan de borst drinkt, kan dat heel vervelend en frustrerend zijn. Het is helaas niet altijd mogelijk om een duidelijke oorzaak van de onrust te vinden. Als je geen oorzaak kunt vinden, probeer dan eens een aantal dagen rustig met je kind door te brengen. Zeg dan zoveel mogelijk afspraken (buitenshuis) en met andere mensen af, en neem de tijd om je kind rustig en voldoende vaak te voeden en zelf te ontspannen. Vaak verdwijnt of vermindert dan de onrust vanzelf.
Als de onrust blijft, of overgaat in borstweigeren, of als je kind minder dan optimaal gaat plassen, poepen of groeien, zoek dan hulp bij de borstvoeding. Wacht niet te lang! Soms ziet een ander gemakkelijker wat er speelt. Mogelijk heb je gewoon een luisterend oor of een
professioneel advies nodig om je borstvoedingsrelatie
weer in rustiger vaarwater te brengen.

Lees ook

Credits

1kl-popster.jpgDank aan Leonie de Zwarte. Kijk hier voor de originele Kunst & Borstvoeding bijdragen.

Copyright

© | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden